Zit niet onderuit, maar altijd rechtop. Hou je rug kaarsrecht als je iets tilt. Het zijn twee veelgehoorde adviezen om rugpijn te voorkomen of te beperken. Ook vandaag, nu bekend is geworden dat twee miljoen Nederlanders last hebben van rug- of nekpijn. Maar wat is er wetenschappelijk bewezen?
Lagerugpijn is de meest voorkomende klacht. En volgens onderzoeker Raymond Ostelo van de Vrije Universiteit Amsterdam moeten mensen kritisch zijn over sommige aanbevelingen die op het internet circuleren.
“De meest hardnekkige mythes over rugpijn gaan er rond als ik op sociale media kijk”, zegt de hoogleraar fysiotherapie. “Bijvoorbeeld dat je een speciaal matras moet hebben, of een speciale stoel. Er wordt veel geld verdiend aan zaken als afgestelde stoelen, maar er is niet veel bewijs dat ze echt werken.”
Bij 90 tot 95 procent van alle rugklachten weten we niet echt een oorzaak vast te stellen.
Raymond Ostelo, hoogleraar fysiotherapie
Het beste wat je kunt doen met rugpijn is actief blijven. En daarin zoveel mogelijk afwisselen, staat ook in de richtlijn van het Nederlands Huisartsen Genootschap. Het is het belangrijkste advies waarvan is bewezen dat het echt helpt, hoewel het pijnlijk kan zijn. En om rugpijn te voorkomen, is het devies om zo veel mogelijk je houding af te wisselen.
Altijd rug recht?
“Dat je per se rechtop moet zitten of staan, of dat je niet even onderuit mag zitten – het bewijs is daarvoor dun”, zegt Ostelo. Dit wil niet automatisch zeggen dat onderuit zitten of krom staan goed is voor je rug. Maar wetenschappelijk gezien staat dus niet vast dat je constant je rug recht moet houden. Afwisselen lijkt de beste optie.
Er is wel voldoende bewijs dat bij het uitoefenen van zware beroepen, waarin bijvoorbeeld veel getild wordt in ongunstige houdingen, de kans op rugklachten groter is. “Maar er is geen bewijs dat je altijd je rug recht moet houden als je iets van de grond oppakt.”
Het is volgens Ostelo wel belangrijk om onderscheid te maken tussen de verschillende soorten rugpijn. Bij rugklachten met een specifieke oorzaak, zoals bijvoorbeeld een hernia, is het belangrijk om hulp in te schakelen van een arts. Bij rugletsel met zo’n specifieke oorzaak kunnen röntgenfoto’s, medicatie en operaties mogelijk uitkomst bieden.
‘Opereren zelden goede optie’
Maar deze aanpak valt voor de grootste groep mensen met rugpijn juist niet aan te bevelen, zegt de hoogleraar. “Bij 90 tot 95 procent van alle rugklachten weten we niet echt een oorzaak vast te stellen. Opereren is dan zelden een goede optie en sterke medicatie helpt weinig.”
Ostelo verwijst daarvoor naar een in maart gepubliceerd onderzoek in het gerenommeerdewetenschappelijk tijdschrift The Lancet. “Als je dat op een rij zet, is het vooral belangrijk om mensen gerust te stellen. En te zorgen dat patiënten hun normale activiteiten zo snel mogelijk weer oppakken. Want de meeste rugklachten gaan vaak vanzelf weer voorbij.”
Als je geen ernstige rugaandoening hebt, levert een MRI-scan of röntgenfoto volgens het rapport in The Lancet weinig op. “Je ziet er dan vaak niets op en mensen worden er toch ongerust van. Dat wakkert het idee dat er toch iets aan de hand is juist aan”, zegt Ostelo.
Volgens de hoogleraar kunnen mensen met langer durende rugpijn (zes tot acht weken), die alleen maar erger wordt, het beste een afspraak maken met de huisarts. Dan kunnen ze advies op maat krijgen, dat als het goed is geheel aansluit bij de wensen van het lichaam.
Bron: Nos